petersamuel.reismee.nl

Honderdduizend maal welkom in Ierland

Op een regenachtige najaarsmiddag in ons lage landje mijmer ik onder zeeniveau over mooie plekjes op onze aardkloot. Grazend in door mezelf beschreven bestemmingen uit het niet eens zo grijze, wel analoge verleden kom ik op vergeeld papier mijn bescheiden Ierse ervaringen tegen. Ik keer terug in de tijd bij het beluisteren van de verschrikkelijk mooie cd ‘Long Journey Home’, de monumentale muzikale experience van Paddy Moloney uit november 1997. Geweldige nummers zweven mij terug naar mijn Irish experience.


Shenandoah (Van Morrison and The Chieftains), Main Theme-Emigration Theme-Famine Theme-American Theme (alle vier door het Iers Film Orkest), Paddy’s Lamentation/Ships are sailing (Mary Black), Skibbereen (SinĂ©ad O’Connor), White Potatoes (Liam Ó MaonlaĂ­), Muldoon, the Solid Man/Grandfather’s Tune (Mick Moloney) en tot besluit nummer 16, the anthem Long Journey Home (Elvis Costello en AnĂșna). Imposant, impressive.


Kippenvel, goose-flesh, kippenvel, goose-flesh, kippenvel, goose-flesh.


“Ober, een Jameson Whiskey alstublieft. En daarna een glas Guinness graag”.


Op zoek naar mooi weer brengt de helft van alle Nederlanders zijn vakantie in Frankrijk en Spanje door. Als je echt iets anders wilt, moet je eens voor Ierland kiezen. Schitterende groene oase, waar life zonder haastige spoed easy going is. In Ierland hoef je niet te jachten of te jagen om tevreden en gelukkig te zijn.


‘There is a land that I can go to


When I have time to rest


All the people I love are there


And those who love me best’


Dit lied, gezongen door de in Londen geboren Marianne Faithfull, geeft aardig aan welke gemengde gevoelens zich van niet-Ieren meester maken als zij aan dit eiland denken. Het ene deel groen en Keltisch, het andere verscheurd door problemen.


‘Then I heard the wind


Calling from over the sea


Saying Ireland, Ireland,


When will you be free


Ireland, Ireland,


When will you be free’


Ierland, Ireland, trekt als een groene magneet een groeiend aantal toeristen. Onbedorven landschappen, vriendelijke bevolking en overal spraakmakende, gezellige pubs. Aan de ene kant van de grens de brievenbussen groen, aan de andere kant rood.


‘There is another side of this pure land


A side of blood and guilt and pain


A side of enemy and friend


And sorrow at the hearth side stain’


Tegelijkertijd is de in bloed gedrenkte geschiedenis overal voelbaar en wordt er in Noord-Ierland elke dag een bladzij aan toegevoegd.


‘If you ‘re lucky enough to be Irish 
 you ‘re lucky enough’ (anonymous Irish poet)


Touch the spirit, feel the welcome


Wat in Ierland niet onopgemerkt blijft, is dat de elementen er vaak hevig tekeer kunnen gaan. Dat hele schouwspel is vanaf een en dezelfde plaats te volgen. Blauwe lucht, zon en schaduw. Twee minuten later pakken de wolken zich samen, dan schijnt de zon af en toe nog. Vervolgens wordt de lucht grijs: tijd voor de paraplu. Het grijs wordt steeds donkerder, bijna donkerblauw. Daarna prikt de zon weer door de wolken heen en verschijnt er een regenboog.


Niet zo heel lang geleden was Ierland nog een van de armste landen van de EU. Tegenwoordig heeft het een bloeiende economie, die ook wel de ‘Keltische tijger’ wordt genoemd. Maar Ierland is voornamelijk landelijk. Er is nauwelijks genoeg verkeer voor de wegen die er zijn. En word je al eens opgehouden, dan is dat vanwege overstekende koeien die gemolken moeten worden of schapen die op weg zijn naar een andere wei.


Ierland is bevolkt door niet-haastigen, heerlijk. Ieren zijn rustig, bescheiden en veelal attent. Niet altijd natuurlijk, sommigen zijn nonchalant en gemakzuchtig. In de kleine plaatsjes echter lijk je alom alleen vriendelijke mensen tegen te komen.


Een aantal jaren geleden kwam ik voor het eerst in Ierland. Ik bezocht twee van de 32 graafschappen (counties) en wel county Kerry en county Cork. Dat bezoek aan deze streek maakte een aangename, ouderwetse indruk, met een levenstempo beduidend lager dan in vele andere landen. Ieren staan altijd klaar voor een praatje, een lied of een pint. Zij stellen het op prijs als je een of twee zinnen in hun taal kunt spreken. Met een in het Iers (Gaelic) uitgesproken ‘dank u wel’ (‘gura maith agat’ = gurra maa a-gut) of ‘alstublieft’ (‘mas e do thoil e’ = mos ee du hul ee) oogst je al bewondering.


‘Honderdduizend maal welkom’ is ‘CĂ©ad MĂ­le FĂĄilte’ (spreek uit: keed mille fohltsja)


Cork en Kerry zijn al sinds de 19e eeuw bij veel bezoekers geliefd. Rotsachtige landtongen lopen tot ver in de Atlantische Oceaan. In de luwte van de baaien liggen kleurrijke vissersdorpjes verscholen. County Kerry heeft een uiterst spectaculair landschap, terwijl de betovering van county Cork menig toevallig bezoeker in een permanente bewoner heeft veranderd. Ook al luidt een oud Iers gezegde over county Cork: ‘Het land van God en de bevolking van de duivel’.


Wat ik van Ierland heb gezien, was really beautiful. Eindeloze panorama’s in een schoonheid, zo mooi als de combinatie van Zuid-Limburg en de Veluwe. Rustige wegen als een grijs lint door het landschap, donkerblauwzwarte meren onverwacht achter heuveltoppen, klotsende golven die je langs de kust hoort ruisen. Harmony, piece, silence.


Ierland kan ook ruig zijn. De Cliffs of Moher laten de oceaan op de rotsige kust neer denderen. Windforce ten, streaming rains, very impressive. Monumentale ontzagwekkende rotsformaties van Moher rijzen over een lengte van acht kilometer tweehonderd meter loodrecht uit zee omhoog. ‘Wie zich heel klein wil voelen, gaat in een roeibootje het water op wanneer grondzeeĂ«n vanuit de oceaan komen aanrollen en laat de bootsman langs de voet van die reusachtige rotsmuren roeien. De van de klif terugkaatsende golven zorgen voor onrustig water, waarop het bootje danst als een kurk. De donkere wand boven je, loodrecht, soms zelfs overhangend, lijkt naar de rusteloze hemel op te rijzen. Een geweldige ervaring’, 
 (Heb ik mij laten vertellen).


Mary Black bezingt de Ierse westkust bloedstollend mooi in ‘Song for Ireland’:


‘Dreaming in the night, I saw a land


Where no man had to fight


Walking in your dawn


I saw you crying in the morning light


Lying where the falcons fly


They twist and turn in your ever blue sky


Living on your western shore


Saw summer sunsets, asked for more


I stood by your Atlantic Sea


And sang a song for Ireland’



About Fungi, the dolphin


Ireland is lovely. Ik was in Dingle met zijn stille baaien. Rond de haven hurken pubs, visrestaurants, winkeltjes en oude huizen bijeen. Sinds 1983 vertoeft hier de grootste bezienswaardigheid: de dolfijn Fungi. Vele jaren steelt dit half tamme dier de harten van duizenden bezoekers. Uit zijn gedrag valt op te maken dat hij uit een dolfinarium is ontsnapt of vrijgelaten. De dolfijn zwemt rond in de baai van Dingle en is in het geheel niet bang voor mensen en boten. Met mensen zwemt hij mee, hij springt over boten, hij maakt de indruk dat hij graag in menselijk gezelschap vertoeft. Sommige mensen menen zelfs dat van een bezoek aan Fungi een therapeutische werking uit gaat. Fungi bewaakt zijn domein angstvallig en verjaagt iedere andere dolfijn die zich in ‘zijn’ gebied waagt. Met een zomers boottochtje vanuit de haven van Dingle is het een zekerheidje hem te zien. Zelfs als je ’s morgens vroeg aan de kade gaat staan, heb je grote kans hem te zien springen. Dolfijnen worden rond de dertig jaar oud, dus hoe het vandaag de dag met de Fungi-koorts is gesteld? 



About de Ring of Kerry


On top of beauty volgde ik de ‘Ring of Kerry’. De bijnaam van het stadje Cork is ‘Queens town’. Dit komt door het bezoek van koningin Victoria aan de haven, in het begin van de 20e eeuw, toen de huidige republiek Ierland nog Brits bezit was. De haven van Queens town, Cork dus, was de laatste opstap van passagiers naar New York. Het was ook de laatste aanlegplaats van de fameuze Titanic. Een gedenksteen op een van de muren draagt de namen van een twintigtal Ierse Titanic-passagiers. Het waren emigranten die in de onderste ruimen van het schip verbleven, vanwege hun goedkope ticket. Bij het kapseizen van de Titanic in volle zee hadden zij geen schijn van kans.


About Bantry


In het zuidelijke deel van county Cork kwam ik door vissers- en marktplaats Bantry, gelegen aan het einde van de diepe Bantry Bay. Op een plein aan de haven staat hier een standbeeld van Sint Brandaan. Bantry ligt op de kop van een van Ierlands mooiste baaien. De beschutte haven loopt tot aan het stadscentrum. De smalle straatjes en brede pleinen worden begrensd door winkels en huizen die de laatste eeuwen nauwelijks zijn veranderd. Het samenspel van zee, bergen en lucht bij Bantry Bay resulteert in wat ik een van de mooiste landschappen ter wereld wil noemen. Meer dan tweehonderd jaar geleden was deze baai het decor van een (mislukte) opstand in de langdurige en moeizaam verlopende Ierse strijd voor onafhankelijkheid.


‘Op 16 december 1796 voer een Franse vloot van 43 schepen van Brest naar Ierland. De oorlogsbodems met 15.000 manschappen aan boord staken in Bretagne van wal met het idee Ierland te bezetten. Onder hen bevond zich Theobald Wolfe Tone, advocaat uit Belfast en leider van de revolutionaire United Irishmen. Hij had zich ten doel gesteld Ierland te hervormen naar het model van de pas uitgeroepen Franse Republiek.


De storm in het Kanaal dreef de vloot echter uiteen, communicatie tussen de schepen was onmogelijk. De vloot werd spoedig uiteengeslagen, slechts zestien schepen bereikten Bantry Bay met de revolutionair Wolfe Tone. Op kerstavond was hij gereed om aan te vallen, maar hij besloot om op de Franse bevelhebber Hoche te wachten.


De volgende dag bleek een landing echter onmogelijk. De orkaan had de schepen de baai uit geblazen. Tone schreef in zijn dagboek: ‘We waren zo dicht bij de kust dat we een scheepsbeschuit aan wal konden gooien 
, maar we werden door de elementen verslagen’.


Voor de zoveelste keer was de Ierse overwinning zeer nabij geweest. Historici zijn het erover eens dat, indien de troepenmacht aan land had kunnen gaan, de kans groot was geweest dat de onvoorbereide Engelsen zouden zijn verslagen.’


(Informatie over de rampzalige, mislukte invasie van Wolf Tone verkreeg ik in het French Armada Centre, gevestigd in het koetshuis en de stallen van Bantry House).


Bantry House is een schitterend woonhuis te midden van een prachtig landschap, omgeven door elegante terrassen en tuinen. Ik heb het van binnen en van buiten bekeken, het is toegankelijk voor bezoekers en herbergt zelfs een Bed & Breakfast (tegen voor mij onoverkomelijke tarieven). Het House biedt een fraai uitzicht over de prachtige baai. Het wordt sinds 1739 bewoond door de familie White, de vroegere graven van Bantry. Het oorspronkelijke huis stamt uit 1720. In Bantry House bekeek ik de uitgebreide collectie kunstwerken en meubelen, die de tweede graaf van Bantry uit heel Europa bijeen bracht.


About Irish Saints


Ierland is het ‘Land van Heiligen’. Hiervoor noemde ik al Sint Brandaan, de Zeevaarder oftewel St. Brendan, the Navigator, die leefde van circa 486 tot 575. Deze beroemde Ierse heilige stichtte de kloosters van Clonfert in Galway en van Ardfert in Kerry. Ik fietste langs het laatste, dat helaas op dat moment niet voor publiek open was. Sint Brandaan is het bekendst geworden door zijn reizen. Zijn tocht is opgetekend in het 10e-eeuwse manuscript ‘De reis van Sinte Brandaan’, waarin wordt verhaald hoe hij met twaalf volgelingen op zoek gaat naar een aards paradijs in de Atlantische Oceaan. De tocht duurde zeven jaar en volgens sommige geleerden betekenen zijn verwijzingen naar ‘kristallen zuilen’ (ijsbergen?) en ‘troebele zeeĂ«n’ (Sargasso Zee?) dat hij als eerste de Atlantische Oceaan is overgestoken.


De vermoedelijke route van Sint Brandaan is onder gelijksoortige omstandigheden herhaald door de hedendaagse ontdekkingsreiziger Tim Severin, die in 1976 in een boot van hout en huiden de Atlantische Oceaan overstak. Ik zag deze boot in een uitstapje naar Craggaunowen in graafschap Clare. In de jaren zestig van de vorige eeuw restaureerde kunsthistoricus en archeoloog John Hunt het 16e-eeuwse Craggaunowen House. Op het kasteelterrein bouwde hij een openluchtmuseum en bezoekerscentrum, waardoor ik een goede indruk kreeg van het leven in de voorchristelijke tijd. Ik zag er onder meer een crannĂłg (eilandhuis) uit de Bronstijd, dat in een met riet begroeid meer staat. Verder een ring-fort, een houten weg uit de IJzertijd en als climax de Brendan, de met leer beklede boot waarin Tim Severin in 1976 en 1977 naar Amerika probeerde te zeilen in zijn poging om de reis van Sint Brandaan uit de 6e eeuw te herhalen.


In het ‘Land van Heiligen’, Ierland dus, is 17 maart de belangrijkste datum op de kalender. Het is de dag van het overlijden van een andere heilige. St. Patrick stierf in het jaar 461 in Saul, vlakbij Downpatrick in County Down. Het land werd wat je noemt door elkaar geschud. Sindsdien heet 17 maart St. Patrick’s Day.


About Irish legends


Ierland heeft een rijke traditie van verhalen vertellen. De Ierse folklore omvat dan ook een erfenis vol mythen en bijgeloof. Sommige verhalen zijn in de 8e eeuw op schrift gesteld, maar de meeste zijn al minstens tweeduizend jaar oud. De verhalen werden verteld door file (barden), die ze mondeling van generatie op generatie doorgaven.


‘Er waren eens drie seizoenarbeiders, die van hun woonplaats Limerick naar Kerry trokken. Onderweg kwamen zij een speelman tegen. “Ik ga met jullie mee”, zei die tegen hen.


“Best, hoor”, antwoordden ze.


Het was al winter, het begon te vriezen. De mannen hadden het koud. Ze zagen een dode man aan de rand van de weg liggen. Deze man had een paar splinternieuwe schoenen aan zijn voeten.


“Hemeltjelief”, zei de speelman, “nog nooit van mijn leven heb ik een nieuw paar schoenen bezeten. Geef mij een van jullie spaden, dan zal ik proberen zijn benen af te hakken”.


Dat was de enige mogelijkheid om de schoenen te bemachtigen, want door de vorst waren ze aan de voeten van het lijk vastgevroren. De speelman nam dus de spa en hakte de twee voeten boven de enkels af, stopte ze in de zak van zijn schoudertas en liep door.


Spoedig daarop kwamen de vier bij een huis, waar zij overnachtten. Zoals destijds gebruikelijk was, stonden de koeien ’s winters in de keuken.


“Blijf wel van de grijze koe af”, waarschuwde de dienstmaagd, “die zou jullie op kunnen vreten. Dat is een gevaarlijk dier!”.


Ze gingen allemaal slapen. De drie seizoenarbeiders en de speelman strekten zich bij het vuur uit. Toen de speelman dacht dat er niemand meer oplette, hield hij de voeten van de dode man boven het vuur om ze te ontdooien. Het gelukte hem om de schoenen eraf te krijgen. Hij trok ze zelf aan en gooide de afgehakte voeten naar de plaats, waar de grijze koe stond. De volgende morgen, tijdig vóór alle anderen opgestaan, verliet hij het huis.


Toen de dienstmaagd opstond, keek zij naar de deur. Die was gesloten. De drie seizoenarbeiders sliepen nog vast voor het vuur.


“Mijn God!”, gilde zij toen. “Gisteravond lagen er nog vier mannen. Nu zijn er nog maar drie over”.


De seizoenarbeiders werden wakker.


“Waar is jullie kameraad?”, vroeg de dienstmaagd.


“Geen idee”, reageerden de mannen. Slaapdronken keken zij om zich heen.


De maagd ging naar de grijze koe en vond daar de twee voeten.


“De hemel sta ons bij!”, riep zij, “het beest heeft hem opgegeten!”.


De dienstmaagd haalde de heer des huizes erbij en vertelde hem haar verschrikkelijke ontdekking. De boer bekeek de voeten, bekeek de grijze koe, schudde zijn hoofd en greep in zijn broekzak.


“Hier zijn vijf pond”, zei hij tegen de seizoenarbeiders. “Neem ze aan, vergeet wat jullie hier hebben gezien en gehoord. Eet jullie ontbijt en maak dat jullie wegkomen”.


Toen de seizoenarbeiders vijf pond rijker verder trokken en een stuk gelopen hadden, ontmoetten zij de speelman, die op de straat aan het dansen was. Hij was zo trots op zijn nieuwe schoenen dat hij zich ’s morgens zelfs al opzweepte om een dansje te maken.’


Zulke dingen schijnen te bestaan 



De Ierse mythologie is ook rijk aan feeĂ«n, leprechauns, banshees en andere bovennatuurlijke wezens. Naast geesten speelt vooral het ‘kleine volkje’ een grote rol. Een banshee is een vrouwelijke geest, die jammerend rond een huis zweeft als daar in de nabije toekomst iemand zal sterven. Eeuwen geleden geloofde men dat feeĂ«n onder heuvels – ‘feeĂ«nforten’ – woonden en dat het aanraken van zo’n nietig figuurtje ongeluk bracht. Het beroemdste lid van dat ‘kleine volkje’ is de leprechaun. Hij zit meestal onder een boom zijn sprookjesschoenen te maken. Het verhaal gaat dat als je een van deze kleine mannetjes met groene kleren ontmoet, hij je naar een pot met goud zal leiden. Als je echter je ogen van hem afwendt, verdwijnt hij als sneeuw voor de zon 



About Blarney Castle


Blarney is verplichte kost voor wie door dit deel van Ierland trekt. Van over de hele wereld komen bezoekers naar het vervallen Blarney Castle om een legendarische, beroemde steen te zien. Waarom de Blarney Stone zo veel mensen fascineert, is onduidelijk. Toch blijkt de legende over de eeuwenoude traditie van het zoenen van de steen velen aan te spreken. Wie dit doet, wordt op wonderbaarlijke wijze met Ierse welsprekendheid gezegend, luidt het verhaal. Ik sloot in een lange rij aan, klom omhoog tot aan de steen, maar nam aan het ritueel niet deel. Uit ongeloof en omdat ik zo’n wonder niet nodig heb.


De fameuze Blarney Stone is een rechthoekig stuk kalksteen, dat hoog in de tinnen van een 15e-eeuws met toren versterkt huis is gemetseld. Vroeger was dit de vesting van de familie MacCarthy, de voormalige koningen van Munster en heren van Blarney.


Blarney Castle is gebouwd in 1446. Mooie praatjes en loze beloften van Dermot MacCarthy oftewel Lord Blarney irriteerden Elisabeth I zeer en verrijkten de Engelse taal met een nieuw woord. ‘To blarney’ betekent zo veel als vleien, flemen, slijmen.


De steen is inmiddels afgesleten door ontelbare lippen, die erop afgedrukt zijn. Om hem te bereiken moet je de 120 treden hoge torentrap beklimmen, in de onvermijdelijke rij aansluiten, vervolgens op je rug gaan liggen en boven een gapende diepte achterover leunen. Die rugbrekende toer ziet er gevaarlijker uit dan hij is. Een vriendelijk gespierde hulp staat klaar om je enkels vast te houden. Het is een echte Ier. Ik constateerde dat hij bij vrouwen iets te handtastelijk opereerde. Dat werd hem vermoedelijk ingegeven door de soms opwapperende rokjes, die door andere nationaliteiten op de gevoelige plaat werden vastgelegd. Ook een klaarstaande fotograaf maakte – weinig flatteuse – plaatjes. De liggende dames koesterden slechts aandacht voor de Blarney Stone en kusten hem volmondig. Nadat ook zij ‘het’ hadden gedaan, ontvingen ze hun certificaat. Dat nu ging mij toch een beetje te ver. Zoals het hamburgercertificaat bij Cabo St. Vicente, het uiterste zuidwestelijke puntje van Portugal, mij ook lichtelijk overdreven aandeed.


Ik hoorde trouwens dat Blarney’s steen regelmatig wordt gekuist om te voorkomen dat bezoekers besmettelijke ziekten oplopen. Ook daar heb ik de schurft aan 



About Bunratty


Populair is ook een bezoek aan het Normandisch-Ierse kasteel met slottoren uit 1277 van Bunratty. Dat bolwerk met zijn stevige muren en drie ‘murder holes’ lijkt volstrekt ontoegankelijk, maar is in werkelijkheid zeer gastvrij. Als je er naar binnen gaat, tref je een kleurrijk beeld van het 15e-eeuwse kasteelleven dankzij de uitgebreide middeleeuwse meubelcollectie van Lord Gort. Twee maal per avond vinden middeleeuwse banketten plaats, een ware happening.


Rondom het kasteel is Bunratty Folk Park. Met cottages, regionale woningen en een dorpsstraatje komt het alledaagse leven van de 19e eeuw hier tot leven. Oude ambachten als brood bakken, kaarsen maken en manden vlechten worden er uitgeoefend.


About culture


Ierland was tot in de 16e eeuw een Gaelic (=Iers) sprekende natie, daarna won het Engels veel terrein. Tegenwoordig is de republiek officieel tweetalig. De Ierse cultuur zal niet zo gauw verdwijnen. De Ieren houden nog steeds van oude legenden, liederen en heldendichten. Feesten spelen een belangrijke rol in het gemeenschapsleven.


Ierland heeft een muzikale traditie van vele eeuwen. Gedichten en verhalen van de Keltische (Gaelic) barden aan het koningshof werden vaak begeleid door de harp, het nationale symbool van Ierland. De harp wordt al sinds de 10e eeuw in Ierland bespeeld. Naast de harp is de uillean het belangrijkste instrument in de Ierse muziek. Hij lijkt op de doedelzak, maar heeft een klaaglijker klank, die bijzonder goed bij de mijmerende Ierse melodieën past. In de traditionele Ierse muziek zijn de fluit en de tin whistle de meest gangbare instrumenten.


Waar je ook komt in Ierland, altijd is er wel een pub in de buurt waar mensen muziek maken. Ierse folksongs hebben vaak een patriottisch tintje, maar een aantal van de mooiste liedjes gaat niet over de strijd voor onafhankelijkheid, maar over ontberingen, emigratie en heimwee naar het vaderland.


In de 20e eeuw speelt de Ierse muziek een belangrijke rol in de opleving van nationalistische gevoelens. De beste gelegenheden om ervan te genieten zijn de céilídhs (spreek uit: keelies). Dit zijn Ierse avonden, waarop hele dorpen samenkomen om te dansen en muziek te maken. Of de seisuns (verbastering van het Engelse sessions), die overal in de Ierse pubs plaatsvinden.


Over cultuur gesproken, immigranten van Ierse origine hebben veel invloed op het gebied van kunst, sport, media en politiek in vele andere landen uitgeoefend. Om de waarheid geen geweld aan te doen: zij ontwikkelden hun talenten nadat zij hun geboorteland Ierland hadden verlaten. Ik noem enkele voorbeelden: filmster Shirley McLean, tennisser John McEnroe, oud-minister-president van Canada Brian Mulroney, Engels hofdichter Cecil Day Lewis, componist John Field, Witte Huis-architect James Hoban, veldmaarschalk Montgomery, en niet te vergeten de (voor)ouders van John F. Kennedy en Ronald Reagan.


Een ander aspect van de Ierse cultuur betreft de literatuur, waarin het kleine land groot is. Liefst vier Nobelprijswinnaars bracht het tot nu toe voort. William Butler Yeats, Samuel Beckett, Seamus Heaney, George Bernard Shaw.


About the Famine


Als je het over Ierland hebt, moet je het over ‘the Great Famine’, de mislukte aardappeloogst in de jaren 1845, 1846 en 1848 hebben. Hoe zou iemand tekst of muziek kunnen schrijven om de ‘Grote Honger’, die een miljoen Ieren de dood in- en anderhalf miljoen Ieren het land uitjoeg, weer te geven? De gruwel van deze hongersnood was zo groot, dat de meeste overlevenden ervoor kozen om daar niet over te spreken noch daarover te schrijven. Pas een generatie later – als de woede enigszins is weggevloeid – worden nergens mooier dan in Skibbereen woorden van welsprekendheid geformuleerd. SinĂ©ad O’Connor brengt met passie en overgave het prachtige Skibbereen-lied tot leven.


O Father Dear, I oft times heard you talk of Erin’s Isle,


her lofty scene and her valleys green, her mountains rude and wild


They say it is a pretty place where in a prince might dwell,


Oh why did you abandon it, the reason to me tell?



O son, I loved my native land with energy and pride


‘til a blight came over on my crops, my sheep and cattle died,


the rent and taxes were so high I could not them redeem


and that’s the cruel reason why I left old Skibbereen.



Oh, it’s well I do remember that bleak December day


the landlord and the sheriff came to drive us all away,


they set my roof on fire with their demon yellow spleen,


and that’s another reason why I left old Skibbereen.



Your mother too, God rest her soul, fell on the snowy ground


She fainted in her anguish, seeing the desolation round


She never rose but passed away from life to mortal dream


She found a quiet grave, my boy, in dear old Skibbereen.



And you were only two years old, and feeble was your frame


I could not leave you with your friends, you bore your father’s name,


I wrapped you in my cĂłta mĂłr in the dead of night unseen


I heaved a sigh and said goodbye to dear old Skibbereen.


De emigratiegolven hebben de Ierse bevolking zowat gehalveerd. Waren het er eens elf miljoen, nu zijn het nog ongeveer vijf miljoen inwoners in Ierland, die op een oppervlak zo groot als dat van de Benelux leven. Britse uitbuiting en tegenvallende oogsten deden een groot deel van de Ieren verhongeren. Zij emigreerden massaal. Op de kades van Cork, het begin van de weg naar de Nieuwe Wereld, naar New York, vloeiden vele tranen. In het museum van Queens’ town beleefde ik die overtocht in z’n ergste vorm. Stormen, zeeziekte, honger en gebrek 
 impressive drama.


Vandaag de dag gaat het de Ieren voor de wind. Toch herinneren zij zich hun verleden vol armoede en rampspoed. Mooi en droevig tegelijk, dat is Ierland. Maar het is blijft een ideale bestemming voor wie van rust en van schoonheid houdt, van de eenvoud van het leven. Yes, the simplicity of life!


I am a rambling Irishman,


in Ulster I was born


And many’s the happy hour I’ve spent,


on the banks of sweet Lough Erne.


But to live poor I could not endure,


as others of my station


To Amerikay i sailed away,


and left this Irish nation.


(George Bernard Shaw maakte eens deze weinig vleiende, wat onvriendelijke, maar een zekere kern van waarheid bezittende opmerking: “Zolang Ierland mannen voortbrengt die verstandig genoeg zijn om het land te verlaten, bestaat het niet tevergeefs”).


About Irish Whiskey


Whiskey heet in het Iers uisce beatha (spreek uit: isjke baha, letterlijk vertaald ‘levenswater’). Vermoedelijk hebben Ierse missionarissen de drank uitgevonden. Zij bezaten geheime kennis over distilleerkolven uit het Midden-Oosten, die werden gebruikt om reukwater te maken.


In de 13e eeuw was het de gewoonte dat soldaten zich voor de strijd moed indronken met whiskey. Naar verluidt was koningin Elisabeth I ook niet vies van een glaasje. Wellicht was zij ermee in aanraking gekomen door Sir Walter Raleigh, die van de graaf van Cork een vat met 145 liter whiskey had gekregen. Door niet alleen whiskey, maar ook tabak in Engeland te introduceren, was Raleigh verantwoordelijk voor de popularisering van twee verslavende middelen.


In het aangename stadje Midleton staat een indrukwekkend, gerestaureerd 18e-eeuws industriecomplex met natuurstenen fabrieken en pakhuizen, waarin een whiskey-destilleerderij en een museum zijn gevestigd. Het ‘Jameson Heritage Centre’ is door de verenigde Ierse destillateurs opgezet en steekt het succes van Bushmills in Noord-Ierland naar de kroon. Je kunt op Ă©Ă©n ticket zowel de moderne destilleerderij als de Old Midleton Distillery bezoeken, die van 1825 tot 1975 in gebruik is geweest. Naast het ontvangstgebouw staat de grootste destilleerketel van de wereld, met een capaciteit van 150.000 liter. De naam van het bezoekerscentrum is enigszins verwarrend. In de 19e eeuw werd in Midleton niet het merk Jameson gedestilleerd, maar Paddy. De destilleerderij van John Jameson staat in Dublin.


NB. Ik voelde mij naast het ontvangstgebouw, beter gezegd naast die enorme ketel, behoorlijk nietig. Op de boot had ik belastingvrij een fles Jameson van een liter gekocht. Een op 150.000 
 Op de vroegere naam nam ik een slok. ‘Sláinte, Paddy’, oftewel proost, op uw gezondheid. (Sláinte, spreek uit: slohn-tsja).


About Limerick


Limerick is in de wereld beter bekend als naamgever en veronderstelde geboorteplaats van de bekende dichtvorm dan vanwege zijn natuurschoon.Het rijmschema van dit aardse sonnet van de gewone man – aabba – schijnt uitsluitend voor sardonische en, vaker voorkomend, pikante gedichten te worden gebruikt.


De 19e-eeuwse Engelse schrijver Edward Lear gaf de limerick grotere bekendheid. Ook Huxley, Rossetti, Swinburne en Auden voelden zich tot het aanstekelijke ritme aangetrokken. Zelfs Joyce verwaardigde zich tot het schrijven van enkele limericks.


De meester van de limerick is echter de onuitputtelijke Anonymus, aan wie onder andere de volgende is toegeschreven:


There was a young fellow of Lyme,


who lived with three wives at a time.


When asked: “Why the third?”


He replied: “One’s absurd,


and bigamy, sir, is a crime”.


Herbergier Seán O’Tuomy, lid van een groep Ierstalige dichters, dichtte over de sores van zijn beroep:


I sell the best brandy and sherry


to make my good customers merry


but at times their finances


run short as it chances,


and then I feel very sad, very


Nou ja, tot besluit omdat ik er tĂłch was, de volgende:


Limerick was,


Dublin is,


and Cork shall be


the finest city


of the three!


Als liefhebber heb ik altijd wel om schonen gegeven. Nederlandse, Belgische, Duitse, Franse, Amerikaanse. Ook Ierse schonen mogen een plaatsje in mijn rijtje vinden, een goede reden om nog eens terug te gaan. Een stedentripje naar Dublin bijvoorbeeld, voor de pubs, voor de literatuur en 
 voor Molly Malone, die in het Engelse taalgebied in de vorm van een standbeeld de Ierse schone voor eeuwig verbeeldt. Zij staat aan het eind van Grafton Street, een van de chicste winkelstraten van Dublin, en duwt nog altijd haar mosselkarretje voort. Op de hoek van Suffolk Street vertegenwoordigt haar levensgrote bronzen beeld compleet met viskar de bekendste Ierse ballade. Volgens de legende verkocht Molly haar schaaldieren op de middeleeuwse vismarkt in de nabij gelegen Fishamble Street, maar 



In Dublin’s fair city


where the girls are so pretty


I first set my eyes on sweet


Molly Malone.



She wheeled a wheelbarrow


through streets broad and narrow,


crying ‘cockles and mussels,


alive, alive oh!’



She died of a fever


and no one could save her,


and that was the end


of Sweet Molly Malone



But her ghost wheels her barrow


through streets broad and narrow,


crying ‘cockles and mussels,


alive, alive oh’.


Een geestdriftig onderzoeker, die beweert in de 18e-eeuwse archieven haar overlijdensakte te hebben gevonden, suggereert dat haar fatale ziekte niets anders was dan een geslachtsziekte. Hieruit mag worden afgeleid dat Molly in de straten van Dublin meer verkocht dan alleen schaaldieren. Het is echter niet ondenkbaar dat zij is overleden aan tyfus, die zij opliep door zeebanket te eten, afkomstig uit de vervuilde baai van Dublin. Ik ben nog niet in Dublin geweest, dus ik heb geen idee wat ik van Molly moet denken. Ik ben niet als de Dubliners, die zeer creatief zijn in het geven van bijnamen. Als ik in die stad ben, ga ik haar beslist opzoeken. The tart with the cart (De del met de kar), The dish with the fish (Het lekkere stuk met de vis). Dan zal ik een munt in haar decolleté werpen, want dan mag ik een wens doen.


“Erna, maak jij even een foto van me. Alive, alive oh”.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!